Algemeen
Massakachel is de naam van alle kachels die hun warmte kunnen accumuleren en langzaam uitstralen. Massakachels zijn bv Speksteenkachels, tegelkachels, finovens enz Een massakachel werkt algemeen volgens het volgende principe: de warmte die gecreëerd wordt door de verbranding van hout wordt opgeslagen in een keramische massa en daarna geleidelijk afgegeven. Deze afgifte kan 12 tot 24 uur doorgaan! De verbranding is intens, zuiver en met een hoog rendement. Alle hout, ook den, kan zonder probleem gebruitkt worden op voorwaarde dat ze voldoende droog zijn.De vormgeving van een massakachel kan uw naar u smaak aanpassen. We creëren zowel traditionele, en strak moderne vormen met grote vensters, tunnel en hoek.
Ook de combinatie met centrale verwarming door de “massakachel ketel” behoort tot de mogelijkheden zie hieronder voor meer info. Het grote verschil met de klassieke kachel is dat de warmte die een massakachel afgeeft, stralingswarmte is in plaats van convectiewarmte. Stralingswarmte verwarmt niet de lucht, maar de voorwerpen en lichamen die ze tegenkomt en dit op een gelijkmatige manier. Hierdoor wordt, in tegenstelling tot bij convectie, het opstijgen van de warmte erg beperkt en gaat de lucht niet circuleren en uitdrogen er komt dus geen extra fijn stof vrij.
Dit zorgt voor minder kans op diverse vormen van irritatie zoals hoofdpijn, duizeligheid en allergieën. Het gevoel van deze warmte is te vergelijken met de straling die je kan voelen uit een door de zon opgewarmde muur op een zomeravond.Het opwarmen van een ruimte met stralingswarmte, duurt langer dan met convectie. Daar staat tegenover dat men met stralingswarmte een zelfde comfortgevoel ervaart bij een lagere temperatuur tegenover een gewone verwarming. Je moet dus minder stoken. Dit komt doordat de muren die door de straling opgewarmd worden, zelf ook terug warmte afgeven aan de ruimte. Zo kan er dus bespaard worden op de verwarmingskosten.
Historiek
Vanaf de 2e eeuw v.C. werden in het Romeinse rijk grote ruimtes verwarmd via een hypocaust, een soort vloer- en muurverwarming.
De vloer werd verhoogd en rustte op stenen pijlers, de muren werden soms deels opgetrokken uit holle stenen.
Onder de vloer werd een vuur gestookt.
De warmte kon zich vrij verspreiden en straalde via de vloer en eventueel de muren de kamer(s) in.
In de 17e eeuw werd in Duitsland het nut van rookgaskanalen - om de warme rook een langere weg naar de schoorsteen te laten afleggen en zo de warmte beter te kunnen opslaan - ontdekt, andere landen volgden iets later.
In Midden-Europa werd vooral met horizontale kanalen gewerkt (tegelkachels), in de Scandinavische landen met verticale (finovens).
De afwerking en zelfs de functionaliteit bleken nogal cultuurgebonden, wat het grote aantal verschillende types verklaart.
Een kachel als verwarming, fornuis, oven, sauna, warmtebank, ... met een afwerking in leem, keramiek, metselwerk, ...
De mogelijkheden waren toen al quasi onbeperkt – de mogelijkheden zijn vandaag nog veel groter !